Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Toelichting op de mutaties

De hoogte van het risicoprofiel is, op basis van 70% zekerheid, € 1,2 miljoen hoger dan de begroting 2020. Het grootste deel van de mutaties is reeds meegenomen bij de begroting 2021. Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021.

Wmo
Wij voorzien, net als in de begroting 2021, een groot risico dat de opgenomen budgetten voor Wmo niet (structureel) toereiken zijn voor de gevolgen van het abonnementstarief en de volumeontwikkelingen. Op dit moment wordt de Wmo-reserve op een zodanig niveau gebracht, door o.a. de extra stortingen als gevolg onderuitputting op de Wmo-gelden, dat wordt verwacht het tekort op de Wmo tot ongeveer 2025 te kunnen opgevangen met de inzet van deze reserve. Desalniettemin bestaat er nog steeds het risico dat de nadelige effecten structureel niet opgevangen kan worden in de meerjarenbegroting. De komende jaren zal verder invulling worden gegeven aan de beheersmaatregelen die zijn opgenomen in het uitvoeringsplan Wmo. Daarbij wordt vanuit gegaan dat de genomen maatregelen naast de kwaliteitsverbetering ook een dempend effect zullen hebben op het uitgavenpatroon.

Calamiteit civiele kunstwerken
De calamiteit aan Lijndraaiersbrug in 2020 laat zien dat dit risico actueel is. Het nieuwe beheerplan civiele kunstwerken heeft als thema beheerste groei. In het verleden is het merendeel van de vervangingswaarde van 108 miljoen betaald uit gebiedsontwikkeling of anderszins direct afgeschreven.  Op de lange termijn (75 jaar) zullen de kapitaallasten en de reguliere onderhoudskosten enorm toenemen. In welk tempo deze kosten zullen stijgen is nog niet bekend. Duidelijk is wel dat de grote bruggen (Lijndraaiersbrug, Koepaardbrug en Schansbrug) het einde van hun levensduur naderen. Voor een aantal kademuren geldt hetzelfde. Het naderen van het einde van hun levensduur betekent niet dat de kunstwerken direct vervangen/gerenoveerd moeten worden. Door onderzoek en modellering proberen we zowel de timing als de vorm van de renovatie te optimaliseren en zo de groei van de uitgaven te beheersen zonder dit risico te laten toenemen.

Bedrijfsvoering
Een aantal gemeentelijke gebouwen is onderzocht op bestendige bruikbaarheid. In 2021 zal een aantal noodzakelijke investeringen in het stadhuis worden aangebracht om het gebouw te revitaliseren en duurzaam te kunnen gebruiken.
Er wordt een stuurgroep geformeerd die dit verder gaat onderzoeken en begeleiden.

Gemeentefonds
De voorlopige uitkomst voor Maassluis is negatief herverdeeleffect van 11 euro per inwoner (€ 370.000). Het maximale risico is verlaagd; op dit moment is dit nog niet verwerkt in de begroting, dus in de stand van deze jaarrekening is het nog een risico.
Als kleinere gemeente hebben wij weinig directe invloed op de uitwerking van het gemeentefonds. Bij onderwerpen die voor Maassluis van belang zijn, trekken wij actief op met andere gemeenten en nemen we gezamenlijk initiatief richting de fondsbeheerders.

Corona
De directe en indirecte gevolgen van de coronacrisis voor inwoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten eindigen niet als er grootschalig gevaccineerd is. De ernst van de economische en maatschappelijke gevolgen en de blijvende schade is moeilijk in te schatten maar de kans is aanwezig dat herstel lang duurt. Voor de aanpak van de lange termijn effecten zal een plan worden opgesteld.

Woningbouw
In de begroting wordt rekening gehouden met de mutaties per jaar met een aanname dat ieder jaar 50% wordt doorgeschoven. Het risico is verhoogd omdat met name de komende jaren veel woningen opgeleverd zouden moeten worden. Bovendien is een landelijk tekort aan woningen. Het zou kunnen zijn dat Maassluis daardoor niet meer sneller groeit dan de rest van Nederland en er dus feitelijk weinig meeropbrengsten in de algemene uitkering te verwachten zijn.

Ombuigingen worden (deels) niet gerealiseerd
Knelpunten liggen bij gemeentelijke leges, basisbanen, bedrijfsvoering. Hierover heeft de organisatie nadere afspraken over de timing en aanpak gemaakt.

Jeugdhulp
De risico’s op de tekorten op de jeugdhulp is met de inzet van de reserve jeugd gemitigeerd. De reserve is vanaf 2021 ingesteld ter dekking van niet begrote lastenstijgingen.
Voor 2021 zijn er incidenteel extra rijksgelden beschikbaar gesteld voor de acute problematiek in de jeugdzorg. Besluiten over fundamentele aanpassingen worden overgelaten aan het volgend kabinet.
De aanbesteding van het nieuwe MVS jeugdmodel volgt in 2021-2022 en de nieuwe contracten gaan in 2023 in.

Deze pagina is gebouwd op 07/08/2021 16:02:59 met de export van 07/08/2021 15:05:49