Jaarrekening

Balans en de toelichting

Grondslagen balans

Algemeen
De jaarrekening is samengesteld volgens de voorschriften van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Aan de basis van de informatie in de balans liggen de activering- en waarderingsgrondslagen. De gemeentelijke regelgeving is op dit punt beschreven in de financiële verordening gemeente Maassluis 2017. De bij de financiële verordening behorende tabel met afschrijvingstermijnen is in 2018 geactualiseerd.

Activa posten (bezittingen) worden in beginsel gewaardeerd op basis van de vervaardigingsprijs (grondexploitaties) of verkrijgingsprijs (overig). Als de marktwaarde van een materieel actief blijvend lager is dan de boekwaarde, wordt het actief tot deze waarde afgewaardeerd. Voor verwachte verliezen bij grondexploitaties of het risico van oninbare vorderingen worden voorzieningen getroffen. De afschrijving vindt plaats volgens de gemeentelijke voorschriften op basis van de geschatte economische levensduur en op lineaire basis. De van derden ontvangen investeringsbijdragen worden in mindering gebracht. Dit resulteert in een boekwaarde van het activum op balansdatum.

Passiva posten (eigen en vreemd vermogen) worden in beginsel gewaardeerd op basis van de nominale waarde.

Immateriële vaste activa
Onder de immateriële vaste activa vallen de kosten van onderzoek & ontwikkeling en bijdrage aan activa in eigendom van derden. Hierop wordt afgeschreven naar gelang het soort investering en passend bij de economische levensduur.
De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.

Materiële vaste activa
Onderscheid wordt gemaakt in investeringen met economisch respectievelijk maatschappelijk nut. Investeringen met economisch nut dragen bij aan de mogelijkheid om middelen te verwerven (bijvoorbeeld door de kosten ervan in tarieven te verwerken).
Conform het BBV zijn de materiële vaste activa met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, opgenomen onder een aparte balanscategorie. Dit betreft de investeringen in riool, milieu en begraafplaatsen, waarvoor de rioolheffing, afvalstoffenheffing en begraafrechten worden geheven.

Bij activering worden eventuele bijdragen van derden in mindering gebracht. Afschrijving vindt plaats tegen een percentage van de aanschafwaarde, gebaseerd op de gemiddelde levensduur van de activa. Dit conform de afschrijvingstabel behorende bij de Financiële verordening. De afschrijving en de toerekening van rentekosten start in het jaar na gereedkoming van het actief.

In de financiële verordening is vastgelegd dat activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 niet worden geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

Hieronder wordt aangegeven welke afschrijvingsduur in jaren voor de te onderscheiden activa wordt toegepast. Deze opsomming is niet limitatief. Indien wordt geïnvesteerd in activa die niet voorkomen in de onderstaande lijst, geldt de afschrijvingsperiode die van toepassing is voor (nagenoeg) gelijksoortige activa. Activa worden lineair afgeschreven met uitzondering van oude activa (van voor 01-01-2004) die reeds annuïtair werden afgeschreven.

Afschrijvingstermijnen

Aantal jaar

Immateriële en financiële vaste activa

Onderzoek- en ontwikkelingskosten

5

Saldo van agio en disagio

5

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

variabel*

Materiële vaste activa

Grond

0

Begraafplaats; aanleg en inrichting

40

Terreinen; aanleg en inrichting

25

Sportterreinen; aanleg/inrichting

12

- Kunstgrasvelden; onderbouw

25

- Kunstgrasvelden; toplaag

12

Gebouwen (componenten)

Permanent gebouw

40

Semi-permanent gebouw

20

Noodgebouw

5

Levensduurverlengende renovaties/aanpassingen

25

Liftinstallaties

30

CV-ketels

15

Leidingwerk en radiatoren

40

Sanitair

20

Mechanische/elektrische installaties gebouwen

15

Telefooninstallaties

10

Cateringvoorzieningen

10

Meubilair

Kasten/bureaus

20

Stoelen

10

ICT

Hardware

4

Software

4

Bekabeling

10

Bekabeling actieve componenten

5

Onderwijsleermiddelen

10

Vervoermiddelen

Vrachtauto’s, reinigingsauto’s, tractoren

8

Transportauto’s

6

Maaimachines, veegmachines

5

Overige vervoermiddelen

5

Civiele techniek:

Mechanische installaties en machines

10

(Ondergrondse) containers

10

Civiele kunstwerken:

Bruggen, sluizen, tunnels en viaducten

- Fundering/ onderbouw

50

- Bovenbouw hout

25

- Bovenbouw beton/ composiet/ overig

50

Technische installatie (beweegbare gedeelte)

15

Levensduurverlengende renovaties/ conservering

25

Openbare ruimte:

Oeververdediging

15

Kademuren

50

Remmingwerk/ Steigers

25

Rioleringstelsel (leidingen c.a.) inclusief relining

50

Levensduurverlengende renovaties riolering

25

Mechanische en elektrische installaties gemalen

15

Aanleg/ reconstructie van wegen, straten en pleinen

25

Speeltuinen en -voorzieningen (aanleg/ reconstructie)

10

Hekwerken

20

Verkeersregelingsinstallaties

Masten/ Portalen

40

Lichtbakken / Armaturen

20

Hard- en software

10

Openbare verlichting:

Masten, kabelnet, etc.

40

Armaturen

20

* (afhankelijk van economische levensduur)

Financiële vaste activa
Onder de financiële vaste activa vallen de kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen en de verstrekte leningen. De kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen bestaan uit aandelen in vennootschappen.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Financiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs.

Voorraden

Grond- en hulpstoffen
Grond- en hulpstoffen zijn opgenomen tegen verkrijging- of vervaardigingsprijs. Wanneer de marktwaarde lager is dan de verkrijging- of vervaardigingsprijs, wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde.

Onderhanden werk, gronden in exploitatie
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken) alsmede de rentekosten zoals voorgeschreven in het BBV en de administratieve- en beheerskosten.
Voor winstneming geldt het percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:

  1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
  2. De grond (of deelperceel) moet zijn verkocht.
  3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingsprijs in mindering gebracht.

De voorzieningen voor complexen met een (verwacht) negatief resultaat zijn opgenomen tegen contante waarde.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Deze vorderingen hebben een looptijd van minder dan 1 jaar en zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor het uitstaand saldo aan (belasting-)debiteuren is een voorziening getroffen.

In de jaarrekening 2020 wordt het bedrag verantwoord dat in het verantwoordingsjaar van het CAK aan afdrachten is ontvangen (= kasstelsel). De reden hiervan is dat bij het CAK sprake is van achterstanden in het verwerken van de opgelegde en nog op te leggen eigen bijdragen waardoor geen betrouwbare schatting is te maken van de ultimo 2020 nog op te leggen en door gemeente te ontvangen eigen bijdragen.

Overlopende activa/ liquide middelen
Deze posten zijn tegen nominale waarde opgenomen.

Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen staan de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het saldo van het overzicht van baten en lasten.
Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat de raad in het geval van reserves een grote vrijheid heeft om de bestemming van deze gelden te wijzigen. Om die reden worden reserves als eigen vermogen aangeduid. In het geval van voorzieningen is er veelal sprake van verplichtingen en hoort bij het vreemde vermogen.
Bestemmingsreserves zijn voor specifieke doeleinden gevormd op basis van een raadsbesluit en/of ministeriële richtlijnen. Aan de bestemmingsreserves is in 2020 geen rente toegevoegd.

Voorzieningen
Onder de voorzieningen zijn de voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico’s opgenomen. Dit voor zover de omvang redelijkerwijs is in te schatten.
Voorzieningen die de waarde van een actief corrigeren worden aan de activazijde gepresenteerd en daar in mindering gebracht op het actief. De voorziening debiteuren is conform de voorschriften in mindering gebracht op de uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar.
Wanneer de gemeente van derden middelen verkregen heeft die specifiek besteed moeten worden, is er ook een voorziening gevormd.
Voorzieningen waarvan de hoogte wordt bepaald door geldstromen over een langdurige periode in de toekomst worden gewaardeerd op contante waarde.
Dit geldt bijvoorbeeld voor de pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders. Deze is op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. Voor de voorziening oud-werknemers geldt hetzelfde.

Voor het groot onderhoud, conform de meerjarenonderhoudsplannen van de gemeentelijke gebouwen, is een egalisatievoorziening gevormd.

De voorziening voor het verwachte tekort voor het project Noorddijk-Geerkade wordt eveneens als bij de jaarrekening 2019 aan de passiefkant van de balans (voorziening grondbedrijf) gepresenteerd. Dit geldt ook voor Het Spectrum.

Vaste schulden
Deze schulden hebben een looptijd van meer dan 1 jaar en worden gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van één jaar of langer.

Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar / overlopende passiva
Deze posten zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.

Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de gewaarborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 07/08/2021 16:02:59 met de export van 07/08/2021 15:05:49